- De werknemer werkt niet in WSW-dienstverband (Wet sociale werkvoorziening) of in een beschutte werkomgeving via de gemeente.
- De werknemer is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
- De werknemer is bij indiensttreding 56 jaar of ouder, maar heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
- De werknemer heeft in de 6 maanden voor het begin van het dienstverband niet bij de werkgever gewerkt.
Daarnaast moet de werknemer recht hebben op 1 van de volgende uitkeringen:
- een WW- of IOW-uitkering
- een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wajong, WAZ)
- begeleiding of hulp bij werk of het vinden van werk via de Wet Wajong
- een faillissementsuitkering
- een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als de bovenstaande Nederlandse uitkeringen
UWV controleert deze voorwaarden als de werknemer een aanvraag doelgroepverklaring loonkostenvoordeel doet.
Vanaf 1 januari 2025 wordt het LKV voor de doelgroep van oudere werknemers (56 jaar of ouder) in stappen afgeschaft. Over 2025 ontvangen werkgevers een lager bedrag voor werknemers die op of na 1 januari 2024 in dienst zijn gekomen. En over 2026 ontvangt de werkgever geen bedrag meer. Voor werknemers die in dienst zijn gekomen vóór 1 januari 2024 wordt het LKV voor oudere werknemers niet verlaagd en afgeschaft. Voor hen houdt de werkgever maximaal 3 jaar recht op het LKV voor oudere werknemers.
Valt een oudere werknemer ook onder de doelgroep arbeidsbeperkte werknemers? En start het dienstverband op of na 1 januari 2024? Dan vraagt de werkgever een doelgroepverklaring arbeidsbeperkte werknemers aan. Dit LKV wordt niet afgeschaft.