Als we ziekteperiodes optellen, noemen we dat samengesteld ziekteverzuim. Het hangt af van de situatie of we de ziekteperiodes bij elkaar optellen.
Opnieuw ziek binnen 4 weken
Dan tellen wij de eerdere ziekteperiode op bij de nieuwe ziekteperiode. De Ziektewet-uitkering of loondoorbetaling loopt door tot maximaal 104 weken.
Opnieuw ziek vanaf 4 weken
Dan is dit een nieuwe ziekteperiode. Iemand krijgt opnieuw maximaal 104 weken een Ziektewet-uitkering of het loon doorbetaald.
Iemand die ziek is en zwanger wordt, kan tussen de loondoorbetaling of Ziektewet-uitkering door een zwangerschaps- en bevallingsuitkering krijgen. Soms tellen we de ziekteperiodes voor en na het zwangerschaps- en bevallingsverlof bij elkaar op. Dit hangt af van de oorzaak van de ziekte.
Iemand moet in ieder geval meteen voor en na het verlof ziek zijn.
Andere oorzaak ziekte
Iemand is na het verlof ziek door een andere oorzaak dan voor het verlof. We tellen die ziekteperiodes dan niet bij elkaar op.
De werknemer krijgt na het bevallingsverlof opnieuw maximaal 104 weken loon doorbetaald.
Iemand met een Ziektewet-uitkering krijgt de uitkering opnieuw voor maximaal 104 weken.
Zelfde oorzaak ziekte
Iemand is na het verlof ziek door dezelfde oorzaak als voor het verlof. Wij tellen de ziekteperiodes dan bij elkaar op.
De werknemer krijgt bij elkaar opgeteld maximaal 104 weken loon doorbetaald.
Iemand met een Ziektewet-uitkering krijgt die uitkering bij elkaar opgeteld maximaal 104 weken.
Uitzondering: ziek door zwangerschap of bevalling
Iemand die direct na het zwangerschaps- en bevallingsverlof ziek is door de zwangerschap of bevalling, krijgt na het verlof een Ziektewet-uitkering van maximaal 104 weken.
Iemand kan tijdens deze 104 weken een Ziektewet-uitkering en WIA-uitkering tegelijk krijgen. De uitkeringen worden dan met elkaar verrekend.
Twijfel over ziekteperiode
Iemand die twijfelt of wij in een situatie de ziekteperiodes optellen, kan ons bellen.