• De werknemer kan door ziekte of handicap niet meer werken.
  • Het is niet waarschijnlijk dat de werknemer binnen 26 weken wel weer kan werken.
  • Het werk kan deze periode niet worden aangepast zodat de werknemer toch kan werken.
  • Er is geen andere passende functie binnen het bedrijf of binnen de groep. Ook niet als de medewerker een opleiding volgt.
  • Het opzegverbod bij ziekte of arbeidsongeschiktheid is voorbij. Meestal is dat 2 jaar.

De werkgever vraagt bij ons een ontslagvergunning aan.

Soms mag de werkgever een werknemer niet ontslaan. Dan is er sprake van een opzegverbod.

Bij ziekte zijn dit meestal de volgende situaties:

  • Tijdens de eerste 2 jaar dat de werknemer ziek is.
  • Als de werkgever niet genoeg heeft gedaan aan de re-integratie van de werknemer. En de werkgever daarom verplicht langer het loon moet doorbetalen. Dit noemen we een loonsanctie.

Een werknemer die langdurig ziek of arbeidsongeschikt is, kan in week 88 van diens ziekte een WIA-uitkering aanvragen.

Als de werknemer de WIA-uitkering te laat aanvraagt, moet de werkgever langer wachten met het ontslag. Het opzegverbod wordt dan verlengd met het aantal dagen dat de WIA-uitkering later is aangevraagd.

Een werknemer die (deels) wordt ontslagen of van wie het contract niet wordt verlengd, heeft meestal recht op een transitievergoeding. De werkgever kan hiervoor compensatie aanvragen.