Om het dagloon te berekenen, delen we het sv-loon van 1 jaar door 261. Deze berekening gebeurt in 4 stappen:

  • We bepalen het sv-loon van een werknemer. Dat is het loon waarover een werknemer belastingen en sociale premies betaalt. 
  • We rekenen uit hoe hoog dat sv-loon was in een periode van 1 jaar. Deze periode noemen we de referteperiode. Wanneer de referteperiode precies begint en eindigt hangt af van het soort uitkering. Hoe wij met het sv-loon het dagloon berekenen, hangt ook af van de soort uitkering die u krijgt.
  • Het sv-loon van 1 jaar delen we door 261. Dit is het gemiddelde aantal dagloondagen in 1 jaar.
  • De uitkomst is het dagloon.

Maximumdagloon

Voor het dagloon geldt een maximum. Soms is het door ons berekende dagloon een bedrag dat hoger is dan dit maximumdagloon. In dat geval gaan wij bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering uit van het maximumdagloon. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om zelf de uitkering van een werknemer aan te vullen. Maar dit is niet verplicht.

Loonsverhoging en indexering

Bij de berekening van het dagloon houden we er geen rekening mee dat een werknemer een hoger loon krijgt nadat de uitkering is ingegaan. Het dagloon wordt wel hoger als het minimumloon stijgt (indexering). Dit gebeurt in januari en juli van elk jaar.

De precieze berekening van het dagloon verschilt per soort uitkering. Als we de referteperiode berekenen, tellen we altijd de laatste hele maand of 4-wekenperiode niet mee.

De referteperiode van 1 jaar eindigt op 1 van deze momenten:

Bij een WW-uitkering

  • De laatste dag van de een-na-laatste maand voordat een werknemer werkloos werd.
  • De laatste dag van de op een na laatste volledige 4-wekenperiode voordat een werknemer werkloos werd.

Bij een zwangerschapsuitkering aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof

  • De laatste dag van de een-na-laatste maand vóór de eerste dag van het verlof.
  • De laatste dag van de op een na laatste periode van 4 weken vóór de eerste dag van het verlof.

Bij een adoptie-uitkering of pleegzorguitkering

  • De laatste dag van de een-na-laatste maand voor de eerste dag van de adoptie- of pleegzorguitkering.
  • De laatste dag van de op een na laatste volledige 4-wekenperiode voor de eerste dag van de adoptie- of pleegzorguitkering.

Bij een Ziektewet-uitkering

  • De laatste dag van de een-na-laatste maand vóór de eerste ziektedag.
  • De laatste dag van de op een na laatste volledige 4-wekenperiode vóór de eerste ziektedag.

Bij een WAO-uitkering

Voor een WAO-uitkering berekenen wij het dagloon met het sv-loon dat een medewerker verdiende voordat deze WAO kreeg.

Maandloon bij WIA-uitkering

Er zijn verschillende WIA-uitkeringen. We rekenen met een WIA-maandloon voor de volgende uitkeringen:

Het WIA-maandloon berekenen we met het sv-loon dat een medewerker verdiende in het jaar voordat deze ziek werd. Dit sv-loon delen we door 12 maanden.

Meestal ontvangt u eerst een loongerelateerde uitkering. Daarna krijgt u de loonaanvullinguitkering óf de vervolguitkering. De vervolguitkering berekenen we met een percentage van het minimumloon.

Bij een WW-uitkering of een Ziektewet-uitkering nemen wij speciale loononderdelen mee als we het dagloon berekenen.

Dagloon bij WW-uitkering

Voor de WW-uitkering rekenen wij bij het bepalen van het dagloon met gereserveerde loononderdelen in plaats van betaalde loononderdelen. Dit betekent dat wij het volgende doen:

  • Wij halen van het sv-loon van een werknemer het betaalde vakantiegeld of het betaalde AVWB (arbeidsvoorwaardenbedrag) af. Onder het AVWB vallen de eindejaarsuitkering of dertiende maand en het Individueel Keuzebudget (IKB), ook wel keuzeplan genoemd.
  • Wij tellen het sv-loon op bij het gereserveerde vakantiegeld of AVWB.
  • Het bedrag dat overblijft, delen wij door het totale aantal werkdagen in de maanden waarin een medewerker loon kreeg.

Dagloon bij Ziektewet-uitkering

Voor het dagloon voor een Ziektewet-uitkering nemen we het volgende loon mee: 

  • Het sv-loon, zonder het uitbetaalde vakantiegeld of het uitbetaalde arbeidsvoorwaardenbedrag (AVWB). 
  • Het opgebouwde vakantiegeld. 
  • Het opgebouwde arbeidsvoorwaardenbedrag (AVWB). Onder het opgebouwde AVWB vallen onder andere de eindejaarsuitkering of dertiende maand en het Individueel Keuzebudget (IKB), ook wel keuzeplan genoemd. Is het vakantiegeld onderdeel van het IKB? Dan valt het vakantiegeld ook onder het AVWB. Voor uitzendkrachten vallen toeslagen voor bijvoorbeeld vakantiedagen, feestdagen en wachtdagencompensatie ook onder het AVWB.

Korter dan 1 jaar in dienst

Als de werknemer niet tijdens de hele referteperiode in dienst is geweest, dan kijken we naar een andere periode met dagen waarop de werknemer loon heeft ontvangen. Is een werknemer na het begin van de referteperiode in dienst gekomen? We berekenen het dagloon dan met de loondagen vanaf het begin van het dienstverband tot en met de laatste dag van de referteperiode. We rekenen de dagen van maandag tot en met vrijdag. Wij delen het sv-loon door dit aantal loondagen. Dit is het dagloon. 

Is een werknemer na het begin van de referteperiode in dienst gekomen? We berekenen het dagloon dan met de loondagen vanaf het begin van het dienstverband tot en met de laatste dag van de referteperiode. We rekenen de dagen van maandag tot en met vrijdag. Wij delen het sv-loon door dit aantal loondagen. Dit is het dagloon.

Lager loon door ziekte of verlof

Was het loon in de referteperiode lager door ziekte of verlof? Dan wijzigt de referteperiode niet. Voor de periode waarin de werknemer een lager loon had door ziekte of verlof, kijken we naar het loon dat de werknemer verdiende in de loonperiode van 4 weken of 1 maand vóór deze een lager loon kreeg door ziekte of verlof. Denk bij verlof aan ouderschapsverlof, zorgverlof en levensloopverlof.

Jonger dan 21 jaar

Is een werknemer jonger dan 21 jaar en is het dagloon lager dan het minimumjeugdloon? Dan kan het zijn dat het dagloon wordt verhoogd.