Voor ouders in loondienst betalen wij de uitkering betaald ouderschapsverlof standaard achteraf aan de werkgever: nadat het verlof van de werknemer is afgelopen. De werkgever kan het brutobedrag van de uitkering in 1 keer ontvangen of in delen.
Uitkering in 1 keer ontvangen
In dit geval doet de werkgever de aanvraag nadat de werknemer het hele verlof heeft opgenomen. Deze aanvraag is ook meteen het betaalverzoek voor de hele uitkering.
Uitkering in delen ontvangen
In dit geval doet de werkgever de aanvraag nadat de werknemer een deel van het verlof heeft opgenomen. Deze aanvraag is meteen ook het eerste betaalverzoek. Hierna kan de werkgever nog maximaal 2 betaalverzoeken indienen via het werkgeversportaal. Lukt dat niet via het werkgeversportaal, dan kan dat ook met het formulier Indienen betaalverzoek betaald ouderschapsverlof.
Ook het tweede en derde betaalverzoek kan de werkgever pas indienen nadat een deel van het verlof is opgenomen.
Wij kunnen de uitkering ook rechtstreeks aan de werknemer betalen. De werknemer moet dit vooraf doorgeven aan de werkgever. Die kan het daarna aangeven bij de aanvraag of bij een volgend betaalverzoek.
De betaling is in alle gevallen achteraf. Daardoor kan de ouder tijdens het verlof minder inkomen hebben. En de werkgever hoeft de uitkering niet voor te schieten tijdens het verlof, want doorbetalen van het loon is niet verplicht. Wij adviseren om daar vooraf rekening mee te houden en afspraken te maken over de betaling.
Na ontvangst van de aanvraag doen wij binnen 4 weken de beoordeling en volgt de beslissing via Mijn UWV. Als wij de uitkering hebben toegekend, staat daarna binnen 3 werkdagen het geld op de rekening. Wij betalen steeds achteraf. Dus nadat een deel van het verlof is opgenomen en de directeur-grootaandeelhouder (dga) of alfahulp voor dat deel een betaalverzoek heeft ingediend. Of als die het verlof in 1 keer volledig heeft opgenomen.
De precieze betaaldatums van de uitkering kunnen we niet geven, omdat elke ouder het verlof op een andere manier opneemt.