Het LIV is een regeling voor werkgevers. En onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Hier valt ook het loonkostenvoordeel (LKV) onder.
Of u recht heeft op het LIV en hoe hoog de tegemoetkoming is, wordt jaarlijks vastgesteld. In 2024 wordt het LIV vastgesteld over 2023. En in 2025 over 2024.
Geen LIV meer over 2025
Vanaf 1 januari 2025 wordt het LIV afgeschaft. U heeft dan als werkgever geen recht meer op het LIV. In 2025 betaalt de Belastingdienst nog wel het LIV over de verloonde uren in 2024. Het Jeugd-LIV is al sinds januari 2024 afgeschaft.
Elke werknemer moet voldoen aan alle voorwaarden:
- Uw werknemer is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
- Uw werknemer heeft een dienstverband bij u. En ontvangt loon voor het werk dat die bij u doet.
- De werknemer heeft in 2023 een gemiddeld uurloon van minimaal € 12,04 en maximaal € 15,06. Of in 2024 minstens € 14,33 en niet meer dan € 14,91.
- Uw werknemer heeft minimaal 1.248 verloonde uren per jaar.
- Uw werknemer heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt. Verloonde uren tot de AOW-leeftijd tellen mee.
Voor elke werknemer die aan de voorwaarden van het lage-inkomensvoordeel voldoet, heeft u recht op € 0,49 per uur. Met een maximum van € 960 per werknemer per jaar.
Recht op LIV en LKV
Soms heeft u voor een werknemer recht op het lage-inkomensvoordeel en het loonkostenvoordeel (LKV). U krijgt dan de hoogste tegemoetkoming. Als het LIV en het LKV even hoog zijn, dan krijgt u alleen het LKV.
U hoeft geen aanvraag te doen. Het LIV gaat via de aangifte loonheffingen bij de Belastingdienst.
Verloonde uren doorgeven
Bij de aangifte loonheffingen geeft u de verloonde uren door. Dit zijn de uren die in het contract van de werknemer staan en waarover u loon betaalt. Let goed op het volgende:
- Geef deeltijdwerk aan (deeltijdfactor toepassen).
- Geef ADV-uren niet door als verloonde uren.
Door een fout in de verloonde uren kan het gemiddeld uurloon van uw werknemer onder het minimumloon komen. U heeft dan geen recht op het LIV.
Als u recht heeft op het LIV dan ontvangt u uiterlijk 15 maart van UWV een voorlopige berekening. In een overzicht ziet u voor welke werknemer(s) u recht heeft op het LIV en welk bedrag daarbij hoort.
Voorlopige berekening controleren
Controleer de voorlopige berekening goed. Of laat deze controleren door uw intermediair. Als uw aangifte niet klopt, dan ontvangt u de tegemoetkoming misschien gedeeltelijk of helemaal niet.
Als de berekening niet klopt
Is de aangifte loonheffingen niet juist en klopt daardoor de voorlopige berekening niet? Geef wijzigingen in de aangifte dan voor 1 mei door aan de Belastingdienst.
Is de aangifte wel juist, maar klopt de berekening niet? Of heeft u op 15 maart nog geen voorlopige berekening van ons ontvangen? Bel ons dan.
De definitieve berekening krijgt u uiterlijk 31 juli van de Belastingdienst. Uiterlijk 6 weken later ontvangt u het LIV, ook via de Belastingdienst. Heeft u vragen over de definitieve berekening of wilt u bezwaar maken? Neem dan contact op met de Belastingdienst.