UWV is bezig met een landelijke opschaling van de sociaal-medische centra (SMC). De verwachting is dat het werken in SMC’s ervoor zorgt dat UWV met hetzelfde aantal verzekeringsartsen meer cliënten kan beoordelen en begeleiden. Deze hogere productie leidt tot meer tijdige beoordelingen, (op termijn) minder achterstanden bij de beoordelingen en betere dienstverlening op het gebied van herstel en re-integratie. Dat laatste kan leiden tot een kortere uitkeringsduur in de Ziektewet. Daarnaast is de verwachting dat deze manier van werken een positief effect heeft op het werkplezier van verzekeringsartsen en andere betrokken professionals, beter aansluit bij de wensen en behoeften van cliënten en leidt tot een hogere kwaliteit van dienstverlening.

Alle sociaal-medische teams van UWV zijn gestart met de ontwikkeling tot volwaardig SMC. UWV evalueert de gang van zaken op de voet. De mate waarin de teams zich hebben ontwikkeld verschilt. Het stadium van de ontwikkeling meten we met het wegingskader: een lijst met verschillende stellingen, die zijn gebaseerd op de ontwerpprincipes van een SMC. De antwoorden op de stellingen geven een beeld van de fase waarin het SMC zich bevindt. De stellingen over multidisciplinaire besprekingen, taakdelegatie en taakondersteuning, en teamontwikkeling, eigenaarschap en verandervermogen hebben extra gewicht gekregen. Een verdiepende analyse wijst namelijk uit dat dit kritische factoren zijn voor het succes van een SMC. Het wegingskader wordt ingevuld door professionals van het sociaal-medische team. Op basis van de antwoorden op de stellingen in het eerste kwartaal van 2024 zijn de teams verdeeld in groepen: 

  • 90 teams zijn nog in ontwikkeling tot SMC.
  • 13 teams zijn SMC in de basis (invoering van taakdelegatie en taakondersteuning, multidisciplinair overleg en goede teamsamenwerking zijn vergevorderd).
  • Er zijn nog geen volwaardige SMC’s.

De prestaties zijn geëvalueerd op vier onderdelen. De verwachting is dat de SMC-werkwijze zorgt voor betere prestaties op deze onderdelen. De vergelijking van de SMC’s in de basis met de teams in ontwikkeling tot SMC geeft de volgende inzichten: 

  • De kwantiteit van de dienstverlening (zoals de productie per arts en het aantal cliënten dat tijdig wordt beoordeeld) van de SMC’s in de basis is op bijna alle onderdelen hoger dan die van de teams in ontwikkeling. De productie per arts is hoger, er zijn meer tijdige beoordelingen en minder wachtende cliënten. Cliënten verblijven kortere tijd in de Ziektewet. De totale productie is ook hoger, maar hiervoor is wel een groter team met meer taakondersteunend en taakgedelegeerd personeel en ook meer niet-medisch personeel zoals arbeidsdeskundigen en procesbegeleiders, beschikbaar. 
  • De medewerkerstevredenheid in de SMC’s in de basis is gemiddeld hoger dan in de teams in ontwikkeling. Vooral artsen, managers en teamondersteuners, maar ook arbeidsdeskundigen, procesbegeleiders en medisch secretaressen zijn positiever in de SMC’s in de basis, vergeleken met hun collega’s die werkzaam zijn in teams in ontwikkeling. Sociaal-medisch verpleegkundigen zijn echter minder tevreden. 
  • De cliënttevredenheid over SMC’s in de basis is ook hoger dan de tevredenheid over teams in ontwikkeling tot SMC. Gemiddeld geven cliënten van SMC’s in de basis een 7,5, terwijl cliënten van teams in ontwikkeling tot SMC een 7,1 geven. WIA-cliënten waarderen de SMC’s in de basis met een 7,8. WIA-cliënten van teams in ontwikkeling geven een 7,0. Ziektewet-cliënten zijn vrijwel even tevreden over SMC’s in de basis als teams in ontwikkeling tot SMC (7,1 en 7,2). 
  • Het werken in een SMC in de basis heeft geen aantoonbare invloed op de professionele kwaliteit van de dienstverlening tijdens de Ziektewet-uitkering. Ook bij de Ziektewet-beoordeling en WIA-claimbeslissing zien we geen verschil tussen SMC’s in de basis en teams in ontwikkeling. Bij de Aanvraag beoordeling arbeidsvermogen voor de Wajong presteren de SMC’s in de basis minder goed.

De in 2024 gemeten kwantiteit en kwaliteit kunnen we op totaalniveau vergelijken met de resultaten van de evaluatie in 2023. Dan valt het volgende op:

  • Kwantiteit: vergeleken met 2023 is de productie toegenomen en het percentage wachtende cliënten gedaald. Daar staat tegenover dat de productiviteit van het team licht afgenomen is en er procentueel minder beoordelingen tijdig worden verricht. 
  • Kwaliteit: ten opzichte van de evaluatie in 2023 is de professionele kwaliteit van de dienstverlening en beoordelingen in het algemeen verbeterd. Het aandeel juiste beslissingen bij de WIA-claimbeoordeling is gestegen van 52% in 2023 naar 63% in 2024. Bij de Ziektewet is het aandeel juiste beoordelingen gestegen van 64% (2023) naar 85% (2024). De ingezette verbeteringen naar aanleiding van de evaluatie van vorig jaar en de verdere ontwikkeling van de SMC-vorming met een focus op taakdelegatie en goede samenwerking tussen de verschillende functionarissen lijken hun vruchten af te werpen.