De uitvoeringsvarianten hebben elk een eigen insteek:
- Variant 1: het gericht inzetten van de eerstejaars Ziektewet-beoordeling na ongeveer een jaar ziekte, na een screening op kansrijkheid van uitstroom uit de Ziektewet.
- Variant 2: het uitvoeren van kansrijke eerstejaars Ziektewet-beoordelingen gedurende het tweede ziektejaar, na een selectie op basis van het cliëntdossier.
- Variant 3: het uitvoeren van kansrijke eerstejaars Ziektewet-beoordelingen gedurende het tweede ziektejaar binnen sociaal-medische centra (SMC’s).
Deze eerste rapportage van de monitor laat per uitvoeringsvariant zien hoe de aantallen begeleidingscontacten en eerstejaars Ziektewet-beoordelingen, de WIA-instroom en de verzuimduur zich ontwikkelen vóór en de introductie van de Ziektewet-uitvoeringsvarianten in oktober 2021 en in de eerste negen maanden sinds de introductie.
- Het is niet mogelijk om de exacte effecten van de uitvoeringsvarianten te vergelijken, onder andere door bestaande regionale verschillen en verschillen in de uitvoering van de varianten. Regio’s hebben de uitvoeringsvarianten niet conform afspraak kunnen uitvoeren. UWV heeft te weinig beoordelingscapaciteit om te voldoen aan de vraag naar sociaal-medische beoordelingen. Deze mismatch dwingt regio’s om een keuze te maken waar de beschikbare capaciteit in te zetten; daarbij is de keuze niet altijd gevallen op (extra) dienstverlening in de Ziektewet.
- Vanaf 2021 is er een duidelijke afname van het aantal uitgevoerde eerstejaars Ziektewet-beoordelingen; deze afname vindt al plaats vóór de introductie van de uitvoeringsvarianten. Deze ontwikkeling is dus vooral te wijten aan de mismatch, en de keuzes die de regio’s hebben gemaakt om hiermee om te gaan.
- Ook al zijn er minder eerstejaars Ziektewet-beoordelingen uitgevoerd, dit heeft niet geleid tot een toename aan contactmomenten met de cliënt. Niet gedurende de hele verblijfsduur in de Ziektewet, en ook niet in het eerste ziektejaar.
- De gemiddelde verzuimduur neemt toe en de WIA‑instroom van mensen met een Ziektewet-uitkering stijgt, voornamelijk in regio’s die variant 3 uitvoeren. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de daling in het aantal uitgevoerde eerstejaars Ziektewet-beoordelingen. Ook deze ontwikkeling vond echter al plaats vóór de introductie van de uitvoeringsvarianten. Vanwege de achterstand bij de WIA‑claimbeoordelingen is de uiteindelijke WIA‑instroom van meer recente cohorten (ná introductie van de uitvoeringsvarianten) nog niet bekend.
- Regio’s die variant 3 uitvoeren hebben een kleinere achterstand bij de WIA‑claimbeoordelingen dan de andere regio’s. Zij lijken dus de artsencapaciteit die vrijkomt doordat er minder eerstejaars Ziektewet-beoordelingen worden uitgevoerd, te gebruiken om de achterstand bij de WIA‑claimbeoordelingen niet verder te laten oplopen.
Hoewel een effectmeting niet mogelijk bleek, blijft het van belang de ontwikkelingen in de Ziektewet te blijven volgen, zodat weloverwogen keuzes kunnen worden gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van de Ziektewet. Toekomstige rapportages zullen de indeling naar de drie varianten loslaten.