Werknemers die twee jaar ziek zijn en daardoor niet of minder kunnen werken hebben mogelijk recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, in het kader van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). UWV bepaalt op basis van een sociaal-medische beoordeling of mensen daarvoor in aanmerking komen.
De cijfers over heel 2022 zijn in lijn met de eerdere cijfers die UWV bekendmaakte over de WIA-beoordelingen die UWV heeft gedaan bij mensen die al twee jaar ziek zijn vanwege coronaklachten. Na vijf maanden waren er 736 beoordelingen gedaan, eind september stond de teller op 1239 beoordelingen, eind 2022 waren dat er 1883. Maart 2022 is nog steeds de maand met de meeste beoordelingen, 240. Daarna daalde het aantal beoordelingen naar 85 in juni, maar inmiddels lijkt er weer sprake van een stijging, met ruim 200 beoordelingen in de maanden oktober (223), november (217) en december (204).
Ook het beeld met betrekking tot de uitkomst van de beoordelingen is vrijwel onveranderd ten opzichte van de eerdere cijfers. In ruim 83 procent van de gevallen is een gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering toegekend. In een klein aantal gevallen, 9 procent van het totaal, betreft het dan een zogeheten IVA-uitkering vanwege volledige én duurzame arbeidsongeschiktheid. In de meeste gevallen, 50 procent van het totaal, betreft het een zogeheten WGA 80-100 uitkering waarbij iemand op dit moment volledig arbeidsongeschikt is, maar verbetering van de belastbaarheid niet wordt uitgesloten. Bij 24 procent van de mensen wordt een uitkering toegekend vanwege gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (WGA 35-80).
Zo’n 17 procent van de mensen is minder dan 35 procent arbeidsongeschikt en heeft daarom geen recht op een WIA-uitkering. Dat betekent niet dat deze cliënten geen klachten hebben, het betekent alleen dat ze met de arbeidsmogelijkheden die er nog zijn minstens 65 procent van hun oude loon kunnen verdienen. De wet bepaalt dat er geen recht is op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als de achteruitgang in loon minder dan 35 procent is.
‘De cijfers laten over het hele jaar een vrij constant beeld zien’, zegt Chantal Gielen, directeur Arbeid en Gezondheid bij UWV. ‘Onze verzekeringsartsen hebben veel gedaan om kennis over dit nieuwe en complexe ziektebeeld tot zich te nemen, zowel via hun opleiding als bij- en nascholingen. We hebben daarvoor ook bijeenkomsten georganiseerd samen met C-support, de organisatie die mensen met langdurige coronaklachten ondersteunt. Dat is erg nuttig geweest.’
Verzekeringsarts Diny van der Geest: ‘We hebben daarmee bereikt dat veel artsen op een zelfde manier omgaan met de beoordeling van langdurige coronaklachten, hoe lastig dat soms ook is. Daar hebben we elkaar goed in weten te vinden. Wat ik verder zie in de spreekkamer, en wat je in de cijfers nog niet terugziet, is dat een deel van de mensen die uiteindelijk geen uitkering krijgen al weer deels aan de slag is op de oude werkplek en dus echt op weg is naar herstel.’
Uit een voorlopige analyse van de WIA-beslissingen in de eerste tien maanden van 2022, die UWV deed op verzoek van het ministerie van VWS, blijkt dat in de zorgsector vaker sprake is van corona als diagnose dan in de overige sectoren. In de sector Zorg en welzijn is bij 6,2 procent van de WIA-beslissingen sprake van corona als hoofd- of nevendiagnose, in de overige sectoren geldt dat gemiddeld bij 3,7 procent van de beslissingen. Corona is in de sector Zorg en welzijn ook vaker een hoofddiagnose dan in de overige sectoren. Bijna een derde van de personen met een WIA-beoordeling en een corona-diagnose is werkzaam in de sector zorg en welzijn. Deze resultaten zijn in december gemeld in een Kamerbrief van minister Helder (VWS).
UWV doet op dit moment een uitgebreidere analyse van de uitkomsten van de WIA-beoordelingen van mensen met langdurige coronaklachten. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen, leeftijdsgroepen en sectoren. Het UWV Kennisverslag met de resultaten van deze analyse wordt verwacht in april.
Het aantal WIA-beoordelingen vanwege corona is ongeveer 3 procent van het totaal. De verwachting is dat UWV ook dit jaar nog te maken heeft met een flink aantal WIA-beoordelingen van mensen met coronaklachten, ook omdat UWV, zoals bekend, al langer te maken heeft met achterstanden, waardoor de wachttijden voor cliënten behoorlijk kunnen oplopen.