Bijna 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar hadden in juni geen betaald werk. Naast de 370 duizend werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden kromp deze groep mensen buiten de beroepsbevolking met 5 duizend per maand.

Eind juni verstrekte UWV 167,8 duizend WW-uitkeringen. Dat is een daling van 3 duizend uitkeringen (-1,7 procent) vergeleken met mei. Het aantal WW-uitkeringen neemt in deze periode vaak af omdat er vanaf het voorjaar in bijvoorbeeld de bouw en de landbouw weer meer werk is. In juni kwamen er 18,7 duizend uitkeringen bij en werden er 21,7 duizend beëindigd.

Vergeleken met vorige maand daalde het aantal WW-uitkeringen het sterkst in de sectoren bouw (-8,0 procent), uitzendbedrijven (-6,2 procent) en landbouw, groenvoorziening en visserij (-5,3 procent). De enige sectoren met een toename van het aantal werkloosheidsuitkeringen behoren allemaal tot de industrie: metaalindustrie (+1,0 procent), voeding- en genotmiddelenindustrie (+0,6 procent) en overige industrie (+0,3 procent). In absolute aantallen is de stijging in deze sectoren wel beperkt.

Het werkloosheidspercentage schommelt sinds de zomer van 2023 rond de 3,6. In dezelfde periode nam de nettoarbeidsparticipatie licht toe, naar 73,4 procent in de afgelopen drie maanden. Doordat ook de bevolking groeide, waren er in juni 88 duizend mensen meer aan het werk dan een jaar eerder. Het aantal werklozen was 17 duizend hoger. Hiermee groeide de beroepsbevolking met 105 duizend.

Het CBS publiceert iedere maand over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen, zie de technische toelichting.