Jaarlijks dragen alle werkgevers sociale premies af over het loon van hun werknemers. Met deze premies verzekeren zij hun werknemers onder andere tegen de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Voor deze verzekeringen heeft de werkgever de keuze om het risico zelf te dragen (eigenrisicodrager) of om zich publiek te verzekeren via UWV. Dit jaar geeft UWV eerder inzicht in de publieke premies dan voorheen. Hierdoor hebben werkgevers meer tijd om een keuze te maken voor het starten of beëindigen van het eigenrisicodragerschap. Werkgevers hebben hier tot 1 oktober de tijd voor.
Het gemiddelde premiepercentage voor de WGA in 2025 stijgt ten opzichte van 2024 vooral door een toename van de WGA-uitkeringslasten. Voor 2024 vallen de lasten hoger uit dan bij de premievaststelling voor 2024 (in juli 2023) verondersteld, voornamelijk vanwege een tijdelijke stijging van de WGA-instroom eind 2023/begin 2024. Voor 2025 verwachten we een verdere lastenstijging, met name als gevolg van de indexaties van de uitkeringen en een beperkte toename van het aantal uitkeringsjaren. Daarnaast anticiperen we in de premievaststelling op een toekomstige financiering van WGA-staartlasten via de WGA-premie. Tot slot is uitgegaan van geen verlenging van de 60-plusmaatregel naar 2025. Dit betekent dat WGA-uitkeringen aan 60-plussers die vanaf 2025 instromen weer ten laste komen van de Werkhervattingskas in plaats van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Mocht het kabinet later dit jaar besluiten om de 60‑plusmaatregel wel te verlengen naar 2025, dan zal dat een meevaller voor de Werkhervattingskas en een tegenvaller voor het Aof betekenen. De hogere uitkeringslasten bij de WGA komen ook tot uitdrukking in de sectorale WGA-premies. De premie stijgt voor 54 sectoren, blijft gelijk voor 4 sectoren en daalt voor 9 sectoren.
Het gemiddelde percentage voor de Ziektewet is gestegen ten opzichte van 2024. Dit komt vooral door een toename van de Ziektewet-lasten. Doordat de premiebaten in het merendeel van de periode 2019–2023 onvoldoende waren om alle lasten voor de Ziektewet te dekken, is er sprake van een negatief Ziektewet-vermogen binnen de Werkhervattingskas. Voor 2025 is de Ziektewetpremie hoger dan lastendekkend vastgesteld om het vermogenstekort terug te brengen. De stijgende trend van het gemiddelde premiepercentage is ook zichtbaar in de ontwikkeling van de sectorale percentages van de Ziektewet. De sectorale premie stijgt bij 64 sectoren en bij 3 sectoren daalt de premie. Bij de sector Uitzendbedrijven is sprake van een daling van de sectorale premie. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere Ziektewet-uitkeringslasten in deze sector als gevolg van een wijziging in de cao voor uitzendkrachten per 1 juli 2023. Door deze aanpassing is bij ziekte van de uitzendkracht eerst sprake van loondoorbetaling door de uitzendwerkgever tot de einddatum in de uitzendovereenkomst in plaats van eerst een Ziektewet-uitkering verstrekt door UWV.
Sinds 2017 is het aandeel eigenrisicodragers voor de WGA in de totale loonsom van alle werkgevers vrijwel stabiel. In 2024 komt dit aandeel naar verwachting uit op 38% van de totale loonsom. Bij de Ziektewet is sinds de invoering van de premiedifferentiatie in 2014 een geleidelijke toename van het eigenrisicodragerschap zichtbaar. Met name in de sector uitzendbedrijven is het aandeel in de loonsom van eigenrisicodragers gestegen: in 2024 komt dit uit op 70%, bij de overige bedrijven op 47%.