In juni hadden 4,0 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar zijn. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 12 duizend per maand gedaald. Vooral jongeren zijn in juni weer vaker actief op de arbeidsmarkt.
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar. Met 297 duizend werklozen in juni was 3,2 procent van de beroepsbevolking werkloos. Tussen maart en augustus 2020 steeg de werkloosheid van 2,9 procent naar 4,6 procent. Daarna is dit percentage vrijwel voortdurend gedaald.
Eind juni 2021 verstrekte UWV ruim 238 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat zijn er 11,3 duizend minder dan een maand eerder (-4,5 procent). Dit is de vijfde maand op rij dat het aantal WW-uitkeringen daalt. In juni zijn er meer WW-uitkeringen beëindigd (35,8 duizend) dan ontstaan (24,5 duizend). Vergeleken met eind juni vorig jaar ligt het aantal lopende WW-uitkeringen 20,7 procent lager. Het aantal WW-uitkeringen is voor het eerst lager dan voor het begin van de coronacrisis. In februari 2020 verstrekte UWV ruim 240 duizend WW-uitkeringen.
Het aantal WW-uitkeringen voor jongeren tot 27 jaar was eind juni 2021 met 13,9 procent gedaald ten opzichte van een maand eerder. Vergeleken met eind juni 2020 ligt het aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren 61,1 procent lager.
In juni was het aantal werkenden 9 065 duizend. De werkzame beroepsbevolking was daarmee op vrijwel hetzelfde niveau als net voor het uitbreken van de coronacrisis. In februari 2020 was het aantal werkenden 9 057 duizend. De nettoarbeidsparticipatie (het percentage werkenden in de bevolking) was in juni 2021 met 69,1 procent even groot als in maart 2020. In juni nam vooral het aantal werkende jongeren sterk toe, maar de nettoarbeidsparticipatie onder jongeren is nog niet helemaal terug op het niveau van begin vorig jaar. In januari 2020 was deze 66,1 procent tegenover 63,9 procent in juni van dit jaar.
De daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.
In juni waren 297 duizend mensen werkloos. Drie maanden eerder, in maart, waren er 326 duizend werklozen. In deze periode nam het aantal werklozen met 29 duizend af (gemiddeld 10 duizend per maand). Zoals in het bovenstaande schema te zien is, kan de werkloosheid afnemen als er meer werklozen werk vinden dan er werkenden werkloos worden. Maar de werkloosheid kan ook dalen als er meer werklozen stoppen met zoeken naar werk dan er mensen vanuit de niet-beroepsbevolking op zoek gaan. In de afgelopen drie maanden daalde de werkloosheid uitsluitend door het eerste: meer werklozen vonden een baan dan er werkenden werkloos werden. De stromen tussen werkloze beroepsbevolking en niet-beroepsbevolking waren vrijwel in evenwicht.
2020 was een turbulent jaar voor de ontwikkeling van de werkloosheid. In het eerste kwartaal daalde de werkloosheid vrij krachtig. Dat kwam niet alleen doordat de werkzame beroepsbevolking groeide, maar ook doordat meer werklozen zich terugtrokken van de arbeidsmarkt dan er toestroomden vanuit de niet-beroepsbevolking (de netto-instroom was negatief). Die situatie had zich voor het laatst voorgedaan in 2014, tijdens de vorige crisis.
Met het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 liep de werkloosheid snel op. De werkloosheid groeide van beide kanten (de netto-instroom was positief vanuit zowel de werkzame beroepsbevolking als de niet-beroepsbevolking). Vanaf november 2020 tot en met maart 2021 gold het omgekeerde en daalde de werkloosheid weer.
Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.