In de analyse van de instroom in de WW is gekeken naar twee effecten: het verlies van de baan en het aanspraak maken op een WW-uitkering.
- Oost-Europese arbeidsmigranten hebben een vier keer grotere kans op baanverlies dan Nederlandse werknemers.
- Vergeleken met Nederlandse baanverliezers doen zij minder vaak aanspraak op een WW-uitkering, voornamelijk vanwege hun korte arbeidsverleden.
- Het effect van baanverlies is sterker dan het effect van een kort arbeidsverleden, en zorgt voor een grotere WW-instroom van Oost-Europese arbeidsmigranten.
- Dit verschil is grotendeels toe te schrijven aan baankenmerken.