Eerder onderzoek naar diverse pilots liet zien dat technologie kan bijdragen aan de productiviteit, het werkplezier en de gezondheidsbeleving van mensen met een arbeidsbeperking. Om de benutting van technologie voor mensen met een ondersteuningsbehoefte op de werkvloer verder te stimuleren is het van belang om zicht te krijgen op de verhouding tussen kosten en baten.

Onderzoeksbureau Ecorys heeft een verdiepende analyse uitgevoerd naar de kosten en baten van inclusieve technologie, op basis van de data uit het eerder gepubliceerde onderzoek. De onderzoekers beschrijven welke resultaten (in termen van onder andere productiviteitstoename, verhoogde arbeidsparticipatie, ziekteverzuimreductie of lagere ondersteuningskosten) er nodig zijn om de kosten van de technologie die bij de pilots is ingezet terug te verdienen.

De rapportage biedt een uitgebreid, onderbouwd en transparant inzicht in de diverse kostenposten die komen kijken bij de inzet van inclusieve technologie in een werk- of re‑integratiecontext. De kosten van de technologieën variëren tussen de 600 euro en ruim 13.000 euro per jaar (gedurende 3-5 jaar). Om deze kosten terug te kunnen verdienen is naar inschatting een toename van de productiviteit nodig variërend van 2 tot 47 procentpunt.

Werkgevers (of andere partijen die inclusieve technologie vergoeden) kunnen zelf inschatten of de inzet van bepaalde inclusieve technologie in hun situatie lonend kan zijn. Dat kunnen ze doen door te beoordelen of het benodigde effect dat in het rapport staat beschreven in hun werk(situatie) realistisch lijkt. De onderzoekers benadrukken dat de inzet van technologie ook diverse kwalitatieve baten (zoals werkplezier) opleveren die niet in geld zijn uitgedrukt. Bij de keuze voor het al dan niet inzetten van een technologie zouden ook die baten moeten worden meegewogen.

De onderzoekers kunnen overigens niet garanderen dat de geschetste benodigde effecten zullen optreden in de praktijk. Om zicht te krijgen op de daadwerkelijke kosteneffectiviteit zijn de data te beperkt en is langduriger onderzoek nodig.