Het grootste gedeelte van de mensen die in 2021 de WW verlieten had uiterlijk een maand na afloop van de WW weer werk gevonden. In totaal ging het om 66.7% van de mensen die een WW-uitkering ontvingen. Dit is een stijging ten opzichte van 2020, toen er in totaal 62.9% van de mensen met een WW-uitkering binnen een maand na afloop van de WW weer aan het werk waren. In totaal stroomden er 368.500 mensen uit de WW. Degene die na afloop van de WW nog niet aan werk waren stroomden door naar bijvoorbeeld een bijstandsuitkering, een IOW-uitkering of naar een situatie waarin ze niet in aanmerking kwamen voor een vorm van een uitkering.
Van de 245.700 personen die werk vonden vanuit de WW of vlak daarna gingen de meeste personen aan het werk via de uitzendsector of vonden een baan in de gezondheidszorg of detailhandel. Werkhervatting via de uitzendsector kwam met 32,2% verreweg het vaakst voor. Veelal betrof dit personen die als uitzendkracht aan het werk gingen. Echter komen uitzendkrachten ook vaker weer in de WW terecht vergeleken met werknemers die in dienst zijn bij de werkgever. De afgelopen jaren bestond bijna een kwart van de instroom in de WW uit uitzendkrachten. De kans op herhalingswerkloosheid voor de groep uitzendkrachten is ook hoger dan voor de mensen met een vast of tijdelijk contract.
Van de mensen die uit de WW aan het werk gingen stapte 29% over van sector. Hierbij ging het om personen die niet via de uitzendsector werkten, omdat de sector waar uitzendkrachten aan uitgeleend werden niet bekend was. Vooral werkhervatters uit de financiële dienstverlening, informatie en communicatie en verhuur en handel van onroerend goed stapten vaak over. Een veel gemaakte overstap van werkhervatters is die van de detailhandel of horeca naar de gezondheidszorg. Verder is te zien dat vooral personen tussen de 25 en 55 een overstap maakten en ook onder langdurige werklozen was het aantal overstappen hoger.
Een voorbeeld van iemand die een overstap maakte nadat zij in de WW-terecht kwam is Daphne van 51. Na haar ontslag als versmanager in een supermarkt kwam zij in de WW terecht en begon zij na te denken over een overstap naar een andere sector. Een terugkeer naar de horeca of detailhandel sprak haar niet meer aan en dus keek zij samen met UWV en het Leerwerkloket naar welke overstap bij haar paste. Na een capaciteitentest, een intelligentietest, een competentie- en beroepskeuzetest en een gesprek met een adviseur werk van UWV kwam naar voren dat ze graag aan de slag wilde in het krapte beroep doktersassistente. Na een opleiding tot doktersassistente, die door UWV vergoedt werd, is zij nu werkzaam als doktersassistente in een huisartsenpraktijk bij haar om de hoek.