De spanning op de arbeidsmarkt loopt de laatste vijf kwartalen fors op. Vanaf het begin van 2021 herstelde de arbeidsmarkt zich van de coronaperiode, waardoor het aantal vacatures toenam en veel werkzoekenden werk vonden. Door het herstel behaalde het spanningsniveau van de Nederlandse arbeidsmarkt halverwege 2021 al een recordhoogte met de aanduiding krap. In de kwartalen daarna werd dit record steeds verbroken tot net onder het niveau van zeer krap in het vierde kwartaal van 2021. Nu in het eerste kwartaal van 2022 behaalt het spanningsniveau voor het eerst de typering zeer krap. Dit betekent dat er nu nog meer vacatures zijn dan werkzoekenden die deze kunnen vervullen. In een jaar tijd is het aantal vacatures met 80 procent toegenomen en het aantal WW-uitkeringen met een verstreken uitkeringsduur van 6 maanden of korter met 41 procent afgenomen.
In het eerste kwartaal van 2022 hebben 19 van de 35 regio’s in Nederland te maken met een zeer krappe arbeidsmarkt. In deze regio’s zijn er dus veel meer vacatures dan werkzoekenden. In de arbeidsmarktregio Midden-Utrecht is de arbeidsmarkt volgens de Spanningsindicator het krapst van heel Nederland. Gevolgd door Zuidoost-Brabant en Foodvalley. Vergeleken met het vierde kwartaal van 2021 zijn er acht nieuwe regio’s bijgekomen waar de arbeidsmarkt zeer krap is. Dit zijn Holland Rijnland, Zuid-Holland Centraal, Drechtsteden, Midden-Brabant, Rijk van Nijmegen, Haaglanden, Zuid Kennemerland, IJmond en Midden-Gelderland
Van de 92 beroepsgroepen die UWV classificeert zijn er volgens de UWV Spanningsindicator maar 4 waarin geen sprake is van een krappe of zeer krappe arbeidsmarkt. Alleen in de beroepsgroepen Chauffeurs auto’s, taxi’s en bestelwagens, Hulpkrachten bouw en industrie, Schilders en metaalspuiters en Reisbegeleiders is er nog sprake van een gemiddelde spanning. In de 88 andere beroepsgroepen is dus sprake van een krappe tot zeer krappe arbeidsmarkt. Een jaar geleden waren dit er 49 en was er in 12 beroepsgroepen nog sprake van een overschot aan werkzoekenden. Daar is nu geen sprake meer van.
De spanningsindicator van UWV berekent de krapte op de arbeidsmarkt door het aantal openstaande vacatures af te zetten tegen het aantal WW’ers met een verstreken uitkeringsduur van minder dan 6 maanden. Hoe meer vacatures per WW’er, des te hoger de arbeidsmarktspanning. Vanaf een waarde van 1,5 spreken we van een ‘krappe’ arbeidsmarkt. Een ‘zeer krappe’ arbeidsmarkt ontstaat bij een waarde van 4 of hoger. In het eerste kwartaal van 2022 was de waarde 4.42. In het vierde kwartaal van 2021 was het 3.78.