Het was de tiende buitenlandse studiereis die Jong@UWV sinds haar oprichting, 14 jaar geleden, organiseerde. Eerder bezochten de 40-minners van UWV steden als Bordeaux, Wenen, Berlijn, Stockholm en Kopenhagen. Na een open oproep aan haar 2.500 leden tellende achterban vormde zich een reisgezelschap van 32 deelnemers, afkomstig uit alle organisatieonderdelen en geledingen van de UWV-gemeenschap. UWV ontving voor de studiereis een Europese subsidie, die in het leven is geroepen om kennisontwikkeling en ‑uitwisseling binnen de Europese Unie te bevorderen. In ruil daarvoor schreef Jong@UWV een inhoudelijk verslag van de reis, dat wordt gedeeld met de Europese Commissie, de raad van bestuur van UWV, collega’s van alle deelnemers en andere (interne) belangstellenden. Marius, in het dagelijks werkleven teammanager bij de UWV Academie voor Arbeid en Gezondheid: ‘Het algemene doel van onze studiereizen is om te zien hoe de sociale zekerheid in andere EU-landen is georganiseerd en daarmee onze kennis te verbreden. Zodat we die kunnen inzetten om de dienstverlening voor onze cliënten te verbeteren, of door er in ieder geval vanuit een breder perspectief naar te kijken.’

In de vijf dagen durende reis bracht de studiegroep een bezoek aan het Poolse Instituut voor Sociale Verzekeringen (ZUS), het ministerie van Familie, Arbeid en Sociaal Beleid en de Nederlandse ambassade. Het bezoek had een wijde scope, vertelt wetenschappelijk medewerker Djoeke. ‘Polen heeft te maken met vergelijkbare uitdagingen als Nederland: demografische vergrijzing, tekorten op de arbeidsmarkt, migratie en een toename van werknemers die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raken. Dus van die overkoepelende thema’s wilden wij graag weten: hoe gaan jullie daarmee om? We konden onze vragen breed insteken omdat ons UWV-gezelschap ook een brede achtergrond had.’

ZUS is geen exacte evenknie van UWV. Het combineert taken van zowel UWV als de Sociale Verzekeringsbank (SVB): het verzorgt zwangerschaps-, ziekte-, rehabilitatie- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en sociaal-medische beoordelingen, maar ook kinderbijslag en ouderdomspensioenen. ‘Interessant verschil’, vindt Djoeke. ‘Werkloosheidsuitkeringen en dienstverlening aan alle werklozen, ook die met een arbeidsbeperking, verzorgt ZUS dan weer niet. Dat is in Polen een taak van de arbeidsbureaus.’ Marius noemt het een interessant inzicht dat de Polen een digitaal systeem hanteren waarin behandelend artsen met toestemming van de cliënt medische informatie kunnen uploaden, die door ZUS kan worden gebruikt in zijn dienstverlening aan de cliënt. ‘Ze lijken daar een soepelere gegevensoverdracht te hebben dan bij ons.’ Ander opmerkelijk feit: in Polen is er onderscheid tussen een uitkering voor arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van een beroepsziekte of arbeidsongeval en een uitkering voor arbeidsongeschiktheid door een andere – buiten het werk gelegen – oorzaak. Djoeke: ‘Het zijn twee verschillende systemen en de hoogte van de uitkeringen verschilt ook.’

Verrast waren Marius en Djoeke door de snelheid waarmee de Polen de opvang van de vluchtelingenstroom uit Oekraïne hadden geregeld. Marius: ‘In 2 dagen tijd hadden zij een wet om de vluchtelingen uit Oekraïne te kunnen helpen en ook de nodige sociale en psychische steun te bieden. Zo konden ze Oekraïense diploma’s snel valideren en werden er beroepsopleidingen inclusief taalcursus in het leven geroepen.’ Djoeke: ‘Tegelijkertijd hebben ze zich ingezet om werkervaring van Oekraïners en de vraag hiernaar op de Poolse arbeidsmarkt bij elkaar te brengen.’

Bij het bezoek aan de Nederlandse ambassade in Warschau viel, naast het manshoge beeld van een koe voor de deur, de nauwe samenwerking tussen de ambassade en UWV op. Verzekeringsartsen, arbeidsdeskundigen en een sociaal-medisch verpleegkundige van UWV komen eens per maand naar hun eigen kantoor in Warschau en voeren daar in 1 of 2 dagen WIA- en Ziektewet-(her)beoordelingen uit voor Poolse cliënten die in Nederland hebben gewerkt en uitkeringsrechten hebben opgebouwd. Cliënten met arbeidsvermogen worden vervolgens direct aan een Pools re-integratiebureau gekoppeld. Djoeke: ‘De professionals die wij spraken, werken efficiënt en goed samen als team.’

Naast het puur inhoudelijke van de reis zijn Djoeke en Marius de cultuurverschillen bijgebleven. Zo werden de ‘jonge’ UWV’ers overal met veel egards ontvangen. Marius: ‘Bij ZUS zaten er 5 mensen op een podium om ons een presentatie te geven. Mij beschouwden ze als “head of delegation” en bij alles keken ze eerst naar mij. Ik was degene die het goede voorbeeld moest geven en de vragen moest stellen, niet de andere deelnemers. De cultuur is veel formeler en hiërarchischer dan wij bij UWV gewend zijn.’

Op de vraag wat ze van de reis opgestoken hebben voor hun eigen werk, wijst Marius op de intensieve contacten met UWV-collega’s die deze reizen opleveren. ‘Je leert mensen op een andere manier kennen. Het lief en leed met elkaar delen houdt vaak nog lang na de reis stand. Het draagt bij aan je netwerk, je kunt elkaar ook voor werkgerelateerde zaken sneller vinden.’ Djoeke: ‘Als onderzoeker vind ik het interessant om te horen hoe het er in andere landen aan toegaat. Waar het me vooral bewust van maakt, is dat wij het hier op een bepaalde manier doen, maar dat het ook anders kan. Het is goed om daarvoor open te blijven staan. Tijdens onze studiereis vorig jaar naar Denemarken hebben we kennis opgehaald die is benut in een inventariserend onderzoek naar arbeidsongeschiktheidsstelsels. De resultaten uit dat onderzoek zijn vervolgens meegegeven aan de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS).’