Chantal: ‘Ik heb altijd geprobeerd om te werken. Maar ik bleef tegen problemen aanlopen. Het ging eigenlijk iedere keer mis op de communicatie. Dat er verwachtingen waren die ik niet waar kon maken.’ In 2009 kreeg Chantal de diagnose borderline met sociale angststoornis. Vanaf het begin twijfelde ze hieraan. En na contact met lotgenoten had ze helemaal het gevoel dat de diagnose niet klopte. ‘Mijn behandelteam richtte zich toen vooral op hoe ik moest veranderen en hoe ik dingen anders moest aanpakken. Toen ik verhuisde van Enschede naar Deventer, wilde ik het opnieuw proberen: andere mensen, andere instellingen. Misschien zou me dat wat opleveren.’

Bij de eerste intake met het ggz-behandelteam in Deventer kreeg Chantal de vraag of het team onderzoek mocht doen naar autisme. ‘Graag’, antwoordde ze, want ze had zelf al het idee dat het autisme kon zijn. De behandelaars hadden het bij het juiste eind, tot opluchting van Chantal. En de begeleiding ná de diagnose ging ook een stuk prettiger: ‘Ze hielpen me om met mijn autisme om te gaan en vertelden me hoe ik mijn leven zo goed mogelijk daaromheen kon inrichten. Ik mocht gewoon zijn wie ik ben.’ En voor Chantal hoorde daar haar wens om te werken bij – een baan, zin­geving. Haar behandelteam schakelde collega en IPS-trajectbegeleider Rosalie in, waarna een kennismaking snel volgde.

IPS is een re-integratiemethode voor mensen met psychische aandoeningen die in behandeling zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg. ‘De methode van IPS gaat uit van arbeid als medicijn’, legt Rosalie uit. ‘De gedachte is dat werken helpt om te herstellen. Samen met de cliënt bekijken we op welke manier we weer betaald werk kunnen vinden én behouden. We gaan uit van iemands mogelijkheden en wensen. Het grote verschil met andere re-integratiemethoden zit in de brug naar betaald werk in samenwerking met de ggz en UWV.'

'We maken onderdeel uit van diverse gespecialiseerde ggz-behandelteams met expertise op het gebied van werk en inkomen. Hoe blijft iemand ondanks de te volgen therapieën zo goed mogelijk inzetbaar? Cruciaal hierin is het contact met behandelaars. Ook willen we multidisciplinair overleg met bijvoorbeeld de psycholoog en psychiater kunnen bijwonen. We hebben toestemming om het zorgdossier in te zien en kunnen daarin op onze beurt rapporteren wat we met de cliënt bespreken. Zo werken we met z'n allen toe naar herstel. En voor veel mensen is werk daar een onderdeel van.’

Ook is een IPS-traject duurzamer dan andere re-integratiemethoden: ‘Als cliënten eenmaal werk hebben en het loopt goed, dan bouw je het contact op een natuurlijke manier af. Maar als er een probleem is, kunnen we onze begeleiding ook weer opschalen.’ Bovendien informeren Rosalie en haar collega’s het behandelteam waar nodig over uitkeringen of regelingen vanuit UWV. Rosalie: ‘In onze rol vinden we het ook belangrijk om in beide richtingen verwachtingen te managen. Bij een behandeling gaat het over mentaal herstel. Bij IPS gaat het over maatschappelijk herstel in betaald werk. Daarom is het goed om de uitkeringen in beeld te houden waar de cliënt recht op heeft. Wij zijn er ook om dit overzicht te geven en hierover mee te denken.’

‘Bij een behandeling gaat het over mentaal herstel. Bij IPS gaat het over maatschappelijk herstel in betaald werk’

Voorafgaand aan hun kennismaking had Rosalie van Chantals behandelteam al wat context meegekregen. Rosalie: 'Vervolgens maakten we samen een uitgebreid arbeidsprofiel, waarbij we Chantals kwaliteiten, ervaring en wensen in kaart brachten.’ Bij eerdere re-integratietrajecten van Chantal lukte het niet om een goede match te vinden: Chantal: ‘Ze probeerden me vooral te plaatsen in productie- of schoonmaakwerk. En dat paste niet echt bij mij. Ik wist dat er in Deventer een kantoor van de SVB zat en ik dacht: bij de overheid heb je waarschijnlijk minder stress dan bij een commercieel bedrijf. En kan ik misschien dingen meer op mijn eigen tempo doen. Bovendien vond ik sociale verzekeringen een mooi onderwerp. Het ontstaan van de verzorgingsstaat was een van mijn examenonderwerpen op de mavo en vond ik toen al interessant.’

Rosalie zocht contact met de SVB en ondersteunde Chantal in het sollicitatieproces. Na een succesvolle eerste kennismaking startte Chantal met een proefplaatsing van 2 maanden, met behoud van haar UWV-uitkering. Ze stuitten al gauw op een probleem waarbij Rosalie optrad als schakel tussen Chantal, de SVB en UWV: ‘Het bleek dat Chantal bij UWV geregistreerd stond als Wajonger zonder arbeidsvermogen. Hierdoor keurde UWV de voorziening van de proefplaatsing af, want ze had met deze status geen recht op voorzieningen. Omdat wij korte lijnen hebben met de arbeidsdeskundigen van UWV konden we dit samen aanpassen, zodat er toch mogelijk­heden ontstonden voor Chantal’, aldus Rosalie.

Chantal is ontzettend blij met haar baan bij de SVB: ‘Ik zit hier echt op mijn plek’, vertelt ze enthousiast. ‘Het werk is leuk. Ik ben serviceteammedewerker AOW en beoordeel dus AOW-aanvragen, voer wijzigingen door en beantwoord klantvragen. Het is fijn hoe het team rekening met mij houdt. We hebben binnenkort een teamuitje. Het is voor iedereen een verrassing wat we gaan doen, maar mij hebben ze alvast ingelicht. Omdat ze weten dat ik zo’n sociaal evenement sowieso al lastig vind.’

Ook op andere vlakken bewijst de SVB zich als een betrokken werkgever. Chantal verloor in 2022 plotseling haar man en kwam alleen te staan voor de zorg voor hun zoontje. Chantal: ‘De SVB gaf me alle ruimte om dat op mijn manier te doorstaan. Ze dachten met me mee en ik kon zelf aangeven wanneer ik er weer aan toe was om te werken. Dat was al best snel – het werk gaf me structuur en afleiding. En ik heb ook gewoon keihard gewerkt, omdat ik graag een vast contract wilde krijgen. Ik wilde niet weer weg. Het is heel fijn dat dit is gelukt.’

Dit verhaal is ook verschenen in de printuitgave van UWV Magazine. Wilt u UWV Magazine ontvangen? Meld u aan via UWV Magazine | UWV