Het zijn onzekere tijden voor de arbeidsmarkt. Oorlog in de Oekraïne, torenhoge inflatie en hoge energieprijzen maken dat volgens het CPB de economische groei de komende jaren bescheiden zal zijn. Dat heeft uiteraard zijn weerslag op de banengroei, voor 2024 is de prognose dat het aantal banen met slechts 0,5 procent groeit, het aantal ontstane vacatures neemt in datzelfde jaar af met drie procent.
Eén van die sectoren is de bouw. Na jarenlange stijging van productie en werkgelegenheid lijkt de bouw een pas op de plaats te moeten maken. Door de sterk gestegen prijzen voor grondstoffen en materialen, de stijgende rente en de stikstofproblematiek is de verwachting dat het aantal banen in 2024 met 0,3 procent krimpt. Opvallend is ook de banenkrimp in de industrie die volgens Wagenaar deels is te herleiden tot de afkoeling van de wereldhandel.
In positieve zin springt de sector ICT eruit, met een verwachte banengroei van drie procent in 2024. Ook in de sectoren zorg en welzijn, onderwijs en specialistische zakelijke diensten, denk aan juridische dienstverleners, accountants en consultants, zal het aantal banen toenemen in 2023 en 2024.
In 2022 was het aantal vacatures met 1,6 miljoen ongekend hoog. Door de lagere economische groei zal het aantal ontstane vacatures iets afnemen, maar de arbeidsmarkt blijft ook de komende jaren krap, zeker in sectoren als ICT, zorg en techniek.
‘Onze cijfers zijn gebaseerd op het basisscenario van het CPB,’ zegt Wagenaar. ‘Daarnaast hebben zij nog een alternatief scenario gemaakt voor het geval we te maken krijgen met een strenge winter. In dat geval zal de economische groei in 2024 beperkt blijven tot 0,4 procent in plaats van 1,4 procent. Wij hebben zelf geraamd dat het aantal banen dan niet met 0,5 procent zal groeien, maar slechts met 0,2 procent.’
De landelijke cijfers zijn vervolgens uitgesplitst over de 35 arbeidsmarktregio’s. ‘We richten ons met de prognoses vooral op beleidsmakers en mensen die zich beroepshalve met de arbeidsmarkt bezighouden, zowel binnen als buiten UWV. Vooral voor de regio’s zijn zij belangrijk,’ zegt Wagenaar. ‘Vandaar dat wij aan een twintigtal collega’s in de regio een toelichting gegeven op de cijfers, zodat zij duiding kunnen geven aan de cijfers tijdens presentaties of aan de (regionale) pers. Op basis van onze cijfers kunnen de regionale arbeidsmarktadviseurs gericht inspelen op waar de beste kansen liggen op een (overstap-)baan. Voor het eerst hebben dit jaar er ook een dashboard aan toegevoegd.’