Verandering van de demografische samenstelling van Nederland heeft grote gevolgen voor het beschikbare arbeidsaanbod. De verwachting is dat de beroepsbevolking vanaf 2025 stagneert. Tegelijkertijd zal de vraag naar arbeid alleen maar toenemen. Vooral de immigratie, vergrijzing en bevolkingsgroei spelen een rol bij de toenemende krapte.

Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University: ‘Deze mismatch aanpakken lukt alleen als we ingrijpende maatregelen nemen. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat onze samenleving er de komende jaren compleet anders uit gaat zien. Veel veranderingen zullen hoe dan ook doorzetten – en daar moeten we mee leren leven.’

De samenstelling van de Nederlandse bevolking verandert sterk de komende jaren. In 2035 telt Nederland naar verwachting 18,9 miljoen inwoners (1,3 miljoen meer dan begin 2022). Er blijven meer immigranten binnenkomen dan dat er inwoners uit Nederland vertrekken.

De vergrijzing en een afname van de natuurlijke bevolkingsgroei (geboorte minus sterfte) hebben impact op de potentiële beroepsbevolking (het aantal mensen tussen de 15 en 75 jaar die betaald werk hebben of werkloos zijn). Het aandeel 65-plussers neemt verder toe, terwijl het aandeel van de bevolking in de ‘werkende’ leeftijden krimpt.

Wilthagen noemt de krapte een complexe uitdaging. ‘Ik zie het als een mengpaneel met tien knoppen. Je moet aan elke knop draaien om verandering in te zetten. Maar een totale oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt zul je nooit bereiken.’ Volgens hem spelen er twee hoofdvragen: ‘wat kunnen we doen om de situatie te verzachten’ en ‘hoe ga je om met de nieuwe realiteit die zal ontstaan?’

Voorspellingen over die nieuwe realiteit roepen al gauw ongemakkelijke beelden op. Niemand vindt het fijn om te horen over een land waarin de scholen slechts drie dagen per week open zijn, waar robots voor de klas staan, waar kinderopvang twee dagen per week beschikbaar is, waar níet iedereen recht heeft op zorg, waar de wachttijden langer dan ooit zijn, waar bepaalde industrieën stelselmatig worden stilgelegd enzovoorts.

Toch zijn zulke toekomstbeelden niet geheel ondenkbaar. In Japan zijn er al jaren te weinig mensen om het werk te doen. De grootste tekorten bevinden zich in de horeca, winkels, zorg, bouw en industrie. Dat heeft geleid tot sterk verbeterde arbeidsvoorwaarden en hogere lonen. Bedrijven stimuleren daar oudere mensen ook om langer door te werken, met succes.

Die ingrepen zijn nog maar het begin, volgens Wilthagen. ‘Krapte dwingt je tot keuzes. De Japanse regering is zich aan het voorbereiden op harde economische prioriteiten. Ik kijk met veel interesse naar dat proces. Gaan de Japanners bepaalde industrieën afbouwen? Of besluiten ze de meest vitale sectoren extra stimulans te geven? Wat ze ook beslissen, het zal leerzaam zijn voor ons. Over enkele jaren zijn wij immers aan de beurt: dan staat Nederland voor dezelfde dilemma’s.’

Terug naar Nederland. Een belangrijke oplosrichting voor onze krapte is het benutten van ‘ongekend talent’. Zo noemt Wilthagen het onbenut arbeidspotentieel: dit zijn alle Nederlanders die werkloos zijn. Daaronder vallen mensen die een werkloosheidsuitkering krijgen, maar ook mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, die al dan niet een uitkering ontvangen. Bijvoorbeeld omdat ze een beperking hebben.

‘Bedrijven moeten hun blik op geschikte kandidaten verbreden’, vindt Wilthagen. ‘Vijftigplussers zijn prima werknemers, maar in de huidige arbeidsmarkt komen ze nog steeds moeilijk aan de bak. Mensen met een psychische of lichamelijke beperking komen gelukkig steeds meer in beeld voor een baan. Mede door de vergoedingen die de overheid aanbiedt voor het in dienst nemen van deze doelgroep. Een goede zaak, maar het kan nog beter. Met zo veel vacatures wordt het hoog tijd om iedereen een kans te geven. Dan moet je het werk ook aan mensen aanpassen, niet alleen andersom.’

Het aanscherpen van talent begint natuurlijk op school. ‘Het helpt als we studenten en scholieren stimuleren en belonen om kansrijke opleidingen te volgen. Maar laten we ons ook richten op mensen die een WW-uitkering hebben. In Nederland is het lange tijd zo geweest dat deze groep weinig of geen scholing kon krijgen. Er werd niet geïnvesteerd in nieuwe vaardigheden. Daar begint gelukkig verandering in te komen. Het is een economische noodzaak om deze groepen richting de juiste banen te krijgen.’

Zijn zij-instromers de oplossing voor de krapte? ‘Op dit moment niet’, aldus Wilthagen. ‘Mensen die van hun huidige baan een overstap maken naar een kansrijk beroep, laten weer een leegte achter. Er zijn in Nederland te veel krappe sectoren. Geen enkele bedrijfstak zal zeggen: ‘Kom het personeel maar bij ons halen’. Stel dat we nu mensen actief bevorderen om over te stappen, dan ontstaan op hun oude werkplek weer grote problemen. Dat is een waterbed-effect.’

‘Wel kun je een rangschikking maken van de meest dringende tekorten. Als je de arbeidsvoorwaarden verbetert bij de meest krappe sectoren, dan zal dat absoluut helpen bij het aantrekken van meer mensen. Studies die het hardst nodig zijn, kun je goedkoper of zelfs gratis maken. Maar hoe veel stimulansen de overheid ook inzet, je zal nooit tegenhouden dat mensen studies of banen kiezen die ze graag willen doen. Als jij het allerliefst organisator van feesten op Ibiza wil worden, dan is de kans nu eenmaal klein dat je de afslag neemt naar de zorg of de industrie.’